Nieuw Frankrijk – Het Begin van Modern Canada [Themaweek]

Lang niet alle indiaanse stammen waren uit op oorlog en vernietiging van de kolonisten. In het begin van de Europese kolonisatiegolven naar het Canadese binnenland werd er namelijk behoorlijk veel geruild. Het was deze pelshandel die het startschot gaf van de vorming van een Franstalige kolonie in Canada. Europese metalen werden geruild met pelsen, die hun weg dan weer vonden naar de Europese hoedenmakers, waarbij er in de achttiende eeuw een heuse monopolievorming ontstond op Canadese pelshandel. Maar waar begon het..?

Samuel de Champlain, een Franse ontdekkingsreiger stichtte in 1604 de eerste Noord-Amerikaanse kolonie. Hij noemde het gebied Acadia, het huidige Nova Scotia, en zette vanuit daar verschillende expedities op naar het binnenland van Canada.  Een kleine vier jaar later stichtte hij met één van deze reizen de stad Québec. Een klein jaar na de stichting van Québec kwamen de eerste indianen (Huron) aan in de stad om te ruilen met de blanke kolonisten. Ze brachten hen pelzen, waarbij Champlain het voornamelijk zag als een kans om zowel pelzen als de indianen onder controle te krijgen. Aangezien de Huron er andere gedachtes op nahielden dan de Irokezen inzake de handel met blanken, werd Champlain, zonder het zelf te weten, automatisch vijanden met de Irokezen..

samuel-de-champlain-s

Samuel de Champlain

Champlain bouwde ondertussen wel verder aan zijn ‘rijk’, en zorgde voor een instroom van Franse (mannelijke) kolonisten. Zij moesten als pioniers de grenzen van het Canadese binnenland opzoeken en de Irokezen van ‘zijn’ land weghouden. Deze zogenaamde coureurs de bois (NL: woudlopers) waren voornamelijk voormalig gedetineerden die hun gevangenisstraf hadden omgezet in een emigratieformulier. Ze leefden van het land, en maakten de weg vrij voor boeren, vissers en missionarissen.

De eerste missionarissen op Canadese bodem waren strikte Franciscanen die de ‘heidense Wilden’ wilden laten kennis maken met de Europese (vrome) levenswijze. Ze hadden echter geen enkel begrip voor de bestaande levensstijl, de hiërarchie of gezagspatronen – waardoor de indianen gewoonweg werden afgeschilderd als ‘barbaren’. Andersom noemden de Irokezen de missionarissen dan weer ‘zwartrokken’, en zagen ze hen als een voorteken van rampen, onheil en tegenspoed. Het zal dan ook niet verbazen dat de eerste missionarissen tevens de eerste martelaren van Canada werden, doordat ze verschrikkelijke marteldoden stierven onder de handen van de indianen.

Naast de woudlopers waren er de zogenaamde ‘habitants’, de eerste Franse kolonisten die het land bewerkten om daar een nieuw leven op te bouwen. Het maakte ze echter niet geliefd bij de pelshandelaren, aangezien hun boerenbedrijven het wild wegjaagde en het gebied om te jagen steeds verder verkleinden. Toch was het leven van de habitant ook niet rooskleurig, waarbij de eerste huizen bestonden uit gammele houten constructie, die zich pas halverwege de zeventiende eeuw ontwikkelden tot heuse handelscentra rondom Québec, en later ook Montréal, waarbij de geestelijkheid zich maar richtte op de geloofsheil van de kolonisten.

nn_ff1fe649505968.jpg

Een tekening van de Canadese ‘Coureurs de Bois’

Om alles in goede banen te leiden pleitte de gouverneur van Canada halverwege de zeventiende eeuw daarom voor een hervorming van het politieke systeem, waardoor Canada een kroonkolonie werd van Frankrijk. Er ontwikkelde zich een hoge raad en probeerde zelfs in zekere mate een scheiding door te voeren van kerk en staat. Er kwam een heuse centrale overheid, maar zelfs deze veranderingen konden een aanwakkerende oorlog niet voorkomen. De Britten waren ondertussen ook druk bezig om vaste voet te krijgen op het Amerikaanse vaste land, gevolgd door de Nederlanders (die ook aan invloed wonnen) en de pelshandelaren die zich verenigden in de Hudson Bay Company. De Hudson Bay Company dwong namelijk een monopolie af op de pelshandel (rondom de Hudson Bay), New England maakte aanspraak op Acadia (gesteund door de Irokezen) en de Nederlanders die tegen de grenzen van Canada aandrukten.

In 1713 werd de Vrede van Utrecht getekend (einde Spaanse Successieoorlogen en Franse indianenoorlogen), die een tijdelijke vrede op het probleem ‘Canada’ plaatste. Noord-Amerika werd onder de Noord-Amerikaanse machten verdeeld, waarbij de Fransen een groot deel van hun gebied opgaven. Acadia en de Hudson Bay gingen naar de Britten, waarbij de Irokezen handelsrecht verkregen in het westen. Dertig jaar vrede was het gevolg, ook al was de vrede bitter. In 1744 zouden er namelijk opnieuw onlusten uitbreken tussen de verschillende koloniale mogendheden, waarbij er in 1756 een heuse oorlogsverklaring volgde tussen Frankrijk en Engeland. Frankrijk onderschatte haar kolonie en steurde het minimale, waardoor de laatste slag in 1759 (onder leiding van James Wolfe) de doodstreek zou vormen voor Nieuw-Frankrijk. De vrede van Parijs van 1763 zorgde voor een officiële overdracht van het Canadese grondgebied naar Groot-Brittannië. Exit Frankrijk, Hello Brittain.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s