Ballonvaart op z’n Zweeds – Of hoe een Zweeds Ingenieur naar de Noordpool vloog

De Noordpool, een grote ijsmassa op de top van onze aardbol, bevolkt door ijsberen, zeehonden en een verdwaalde narwal, maar ook een plaats van ontdekkingen, strijd en natuurlijk de kerstman. De laatste jaren is het gebied rondom de Noordpool vooral interessant geworden vanwege de fossiele brandstoffen die onder het aardoppervlak verborgen liggen. Toch was het vroeger een gebied dat vooral tot de verwondering sprak. Men had het over een gebied waar de zon niet onder ging, maar zag het ook als toegangspunt tot het midden van de aarde. Het zou tot in de 20ste eeuw duren voor er mensen (voor zover bekend) op de noordpool zouden landen, waarbij de bekendste Robert Edwin Peary was in 1909. De meest excentrieke was echter Salomon August Andrée die niet koos voor een voettocht, maar voor een luchttransport in een zelfgebouwde luchtballon.

Een leven in Vogelvlucht

Zijn naam klinkt eerder Frans dan Zweeds, maar toch werd Salomon in oktober van 1854 geboren in het kleine plaatsje Gränna gelegen in de provincie Jönköping (Midden-Zweden) aan het Vättameer. Hij groeide op als enig kind met een liefhebbende vader (die in 1870 overleed) en zijn moeder met wie hij een goede band had. Naast de liefde voor zijn familie was Salomon altijd al geïnteresseerd in het technische, waardoor zijn keuze voor de Kungliga Tekniska Högskolan (Technische Universiteit in Stockholm) geen vreemde was. Hij studeerde in 1874 af met een diploma in Werktuigbouwkunde om twee jaar later zijn carrière te verplaatsen naar Amerika (Philadelphia), waar hij werkte in het Zweeds Paviljoen (Wereldtentoonstelling) – niet als ingenieur – maar als conciërge.

Salomon August Andrée in betere tijden

Salomon August Andrée in betere tijden

Het was hier dat hij zich begon te verdiepen in boeken rondom de mogelijkheden die men had met windkracht. Zijn werk maakte het mogelijk om zich te bewegen in bepaalde sociale kringen, waardoor hij op een dag een ontmoeting had met de beroemde ballonvaarder John Wise (Uitvinder Luchtballonpost, maar verdween in 1879 zonder ooit teruggevonden te worden). Het zette een knop om bij Salomon, die het bijltje er bij neer gooide in Amerika en terugverhuisde naar Zweden. Hij begon een kleine machinewerkplaats, waar hij experimenteerde met hersenspinsels en aanvragen van de lokale bevolking verwerkte, tot hij merkte dat hij dit niet kon doen met de middelen die hij had (plus de zaak liep niet, waardoor hij opzoek moest naar ander werk).

Hogerop

Zijn voorliefde en passie voor technologie leverde hem een assistentschap op bij het Koninklijk Instituut voor Technologie (1880-1882), wat hem voornamelijk naamsbekendheid opleverde, aangezien hij van 1882 tot 1883 de eerste expedities mocht uitvoeren. Samen met een team onder leiding van Nils Ekholm onderzochten ze de relatie tussen windkracht en opwekking van elektriciteit op Spitsbergen. Ekholm was een vooraanstaande metroloog die later het Zweedse ‘Stormvarningsstationer’ systeem op zou zetten (Stormwaarschuwingssysteem). Ook was hij onderdeel van het team in Salomons ballon, maar daarover later meer. Na de expeditie in Spitsbergen (die overigens redelijk succesvol was) verplaatste Salomon zich zowel wetenschappelijk als politiek. Hij schreef over windkracht, de werking van hete lucht en corresponderende uitvindingen, maar op politiek gebied was hij voornamelijk van mening dat vrouwen een belangrijke rol speelden in de technologische vooruitgang (en door deze vooruitgang geëmancipeerd zouden raken). Kunst en literatuur konden hem overigens vrij weinig schelen, hij zag het als een minderwaardig onderdeel van cultuur en vooruitgang – het had immers niets te maken met technische vooruitgang.

In 1893 kocht Salomon zijn eerste ballon (destijds werkzaam voor het Zweedse Patentbureau) waar hij lustig op los mee experimenteerde. De Svea (zo noemde hij zijn ballon) was een waterstofballon en Salomon vloog er in totaal 1500 km mee, meestal vertrekkend vanaf Gotenburg of Stockholm, waardoor hij regelmatig in de Oostzee terecht kwam of doorvloog naar Finland (afhankelijk van de wind, aangezien hij niet kon sturen). Hij bleef overigens volhouden dat hij nooit op de Oostzee was geweest, maar over land en meren vloog – ondanks dat hij gespot was door een vuurtoren in Finland – en uiteindelijk landde op Öland, het tweede grootste eiland van Zweden. Door zijn tests kwam hij tot de conclusie dat een ballon met zeilen niet praktisch was (want je kon niet sturen door de snelheid van de wind op deze hoogte), maar het wel kon via een touwensysteem. Het door Salomon bedachte systeem wordt door moderne ballonvaarders echter gezien als zeer inefficiënt – waardoor het in retrospectief weinig tot niets heeft bijgedragen aan de moderne ballonvaart.

De media-aandacht leidde ook tot een Zweeds bordspel

De media-aandacht leidde ook tot een Zweeds bordspel

Een Nobel Streven

Zweden was echter niet het enige land dat zich bezig hield met poolexploratie en de koning wilde voornamelijk buurland Noorwegen aftroeven. In 1895 hield Salomon een speech bij de Koninklijke Academie van de Wetenschap over zijn plan om met een luchtballon de noordpool te bereiken. Hij zette zijn plan uiteen in vier punten die gehaald moesten worden voor het (in zijn ogen) mogelijk was om de pool te bereiken met een ballon:

  • Het moest een totaal gewicht van 3000 kg kunnen dragen – bestaande uit drie personen, voedsel voor een paar maanden, middelen om experimenten uit te voeren en natuurlijk ballast.
  • Het moest 30 dagen in de lucht kunnen blijven zonder hoogte te verliezen door gasuitstroom (oftewel het drijfvermogen – of buoyancy in het Engels). Hierbij speelt de wet van Archimedes (opwaartse kracht) een belangrijke rol.
  • Waterstofgas moest worden ‘gemaakt’ en opgeslagen worden in tanks, zodat het op de plaats van vertrek in de ballon gepompt kon worden.
  • Hij wilde een bestuurbare ballon, anders bleef hij weer over meren heen vliegen, terwijl zijn doel de poolcirkel was.
Eagle.moving.north

De Adelaar

Volgens Salomon waren de meeste van zijn doelen prima haalbaar, aangezien er in Frankrijk al grotere ballonen waren gemaakt (luchtdicht) en zelfs een heel jaar in de lucht konden blijven (tevens werkend op waterstof). Het vullen met waterstof kon hij laten doen door in elkaar geknutselde machines, en het sturen wilde hij doen door het eerder genoemde touwensysteem, waardoor hij een afwijking van 27 graden op de windrichting kon bereiken (naar eigen zeggen). Ook het weer had Salomon in zijn speech meegenomen, aangezien de Poolzomers perfect waren voor ballonvaart – midzomernacht zorgde immers voor een unieke observatiemogelijkheid, het ijs was dan dik genoeg voor zijn touwstuurmethode en de lage temperatuur zou er nog eens voor zorgen dat de ballon langzamer zou bewegen dan de wind. Het publiek was overtuigd, maar hedendaagse metrologen verklaren hem postuum voor gek. Poolzomers staan immers bekend om hun stormen en zware ijsvorming (waardoor de ballon eerder bevriest dan mee gevoerd wordt door de wind).

Salomon kreeg een luttele 130,800 kronen, waarbij een groot deel gefinancierd werd door de koning Oscar II (30.000 kronen) en Alfred Nobel (die van de Nobelprijs). In euro’s zou het bedrag (inclusief inflatie) op een schamele 90.000 euro uitkomen. Salomon gebruikte het om zijn eerste poging te financieren en liet een nieuwe ballon bouwen. Aangezien Zweden te weinig kennis had van de ballonvaart polste hij de interesse in Duitsland en Frankrijk om hem te helpen met zijn project, waarbij hij terecht kwam bij Henri Lachambre, waar hij een ballon van ruim 20,5 meter in diameter liet maken. Hoewel de ballon eerst Le Pôle Nord werd genoemd werd hij al snel omgedoopt tot Örnen, wat Zweeds is voor De Adelaar. Aangezien het geen normale ballon met een normale missie was werd een groot deel van de mand speciaal bewerkt om te voldoen aan de eisen die Salomon stelde. De vloer van de ballon moest dienen als bed, maar tevens als opslag, inclusief een speciaal ontworpen oventje, aangezien waterstof zeer brandbaar is (en Salomon liever niet de ballon op wilde blazen bij het koken van een eitje). De oven hing een paar centimeter onder de mand, waardoor het ongevaarlijk was voor de ballon, maar de mannen toch konden koken.

De Eerste Poging

Het jaar 1896 staat voor Salomon in teken van zijn eerste poging om de poolcirkel te bereiken en het gebied in kaart te brengen doormiddel van luchtfotografie. Hij vroeg zijn voormalige baas Ekholm (Metreoloog) en Nils Strindberg (student aan de academie) mee op zijn eerste poging, waarbij Salomon zich voornamelijk focuste op technische en wetenschappelijke kennis, aangezien kracht en overlevingskennis van ondergeschikt belang was – ze gingen immers foto’s maken, niet survivallen op de noordpool. Een goede afloop van de tocht hing af van de windrichting, die volgens Salomon gunstig was in de periode dat hij wilde vertrekken – niets was minder waar en het team had te kampen met zware noordenwinden – een hedendaags bekend verschijnsel, maar in de negentiende eeuw nog onbekend. Toch was de wind niet het enige probleem waar het team mee te maken kreeg.

Tekening uit de krant bij het vertrek van de expeditie

Tekening uit de krant bij het vertrek van de expeditie

Ekholm begon, na de mislukte poging om de ballon in de lucht te krijgen, steeds meer kritiek te geven op theorieën van Salomon. Metingen die Ekholm deed over de haalbaarheid van 30 dagen in de lucht blijven kwamen negatief terug en gaven aan dat de ballon slechts zeventien dagen in de lucht zou kunnen blijven – zonder waterstof bij te vullen. Ekholm wilde niet de lucht in voor Salomon een beter afgesloten en sterkere ballon had aangeschaft. Salomon sloeg de kritiek weg en begon aan een experiment met het (tijdens de vlucht) bijvullen van de ballon – wat kon leiden tot neerstorten. De exacte reden hiervoor is onbekend (aangezien het zou kunnen leiden tot zelfmoord) – maar de meest logische hypothese is de enorme media-aandacht dat het project kreeg – aangezien de kranten elke windvlaag vastlegden in een voorpagina artikel. Het zou uiteindelijk leiden tot een afgang van Salomon toen hij niet kon voldoen aan de hype die hij zelf gecreëerd had. Zonder opgaaf van reden blies hij de expeditie van 1896 af, wat bij de pers alleen maar tot meer speculatie leidde.

De Tweede Poging

Waar anderen het misschien hadden opgegeven keerde Salomon terug naar zijn hangar in 1897 voor een tweede poging. De te kritische Ekholm was vervangen door Knut Frænkel, een 27 jarige Zweed, en zou samen met Strindberg in de luchtballon stappen. Op 11 juli was de wind gunstig genoeg om in de richting van de poolcirkel te vertrekken. Het team vertrok vanaf Danskøya (Het Deense Eiland), gelegen in het uiterste puntje van Noorwegen, iets ten noordwesten van Spitsbergen. Na de allerlaatste voorbereidingen (zoals een telegram naar de koning en de krant) werden de laatste touwen losgesneden en was het team onderweg. In het begin sleepte de ballon wat over de grond, waardoor de stuurtouwen in het ijs bleven steken en uiteindelijk deels losgemaakt moesten worden om niet met ballon en al in het water te belanden. Ruim 500 kilogram touw en ongeveer 200 kilogram zand (ballastzakken) werden overboord gezet om de ballon uit zijn benarde positie te bevrijden. Het veranderde de ballon (De Adelaar) van de beoogde bestuurbare ballon, in een simpele waterstofballon die nu zo snel steeg dat de waterstof er te snel uit zou lopen om het uiteindelijke doel te bereiken.

Was alles nu hopeloos verloren? Niet volgens Salomon die gebruik maakte van zijn communicatiesystemen aan boord om berichten de wijde wereld in te sturen. De eerste was een boei, gemaakt van staal en kurk die via de waterstromen de beschaafde wereld zou moeten bereiken. In totaal zijn er twee gevonden (en onbekend hoeveel er verstuurd zijn), waarvan de eerste het volgende beschreef: Vår resa har hittills gått bra. Seglatsen fortgår på ungefär 250 m. höjd med en riktning till en början åt N 10° ost rättvisande men sednare åt N 45° ost rättvisande. […] Vädret härrligt [sic]. Humöret utmärkt – vrij vertaald: Onze reis gaat tot nu toe goed, en zitten op ongeveer 250 meter hoogte – N 10° oost, maar vertrekken richting 45° oost […] Het weer is goed, de moed zit er in. Een tweede werd een uur later verzonden, met de simpele mededeling dat ze zich op 600 meter bevonden. De tweede optie om te communiceren was via postduiven, beschikbaar gesteld door de Aftonbladet (Zweedse krant), gefokt in het noorden van Noorwegen. Alle buizen hadden voorgedrukte berichten met het verzoek om ze af te leveren in Stockholm. Ook deze communicatiemethode bleek vruchteloos, waarbij er minstens vier postduiven werden verstuurd, maar er slechts één bericht bekend is.

De neergestorte ballon

De neergestorte ballon

Er werd halverwege juli een duif neergeschoten door de bemanning van een Noors stoomschip. Het bericht was van 13 juli (twee dagen na vertrek) en beschreef dat er reeds andere berichten waren verzonden (maar die zijn dus nooit gevonden). Dit bericht gaf de volgende informatie: Från Andrées Polarexp. till Aftonbladet, Stockholm. Den 13 juli kl. 12,30 midd. Lat. 82° 2′ Long. 15° 5′ ost god fart åt ost 10° syd. Allt väl ombord. Detta är tredje dufposten. Andrée. – Wat vrij vertaald neerkomt op: De Andree Pool Expeditie voor het Aftonbladet, Stockholm. 13 Juli, 12.30 op een noordelijke latitude van 82° en 15° op de oostelijke longitude. Op het moment een goede reis richting het oosten, 10° naar het zuiden. Alles gaat goed aan boord, en dit is de derde brief die wij versturen via postduif. In zijn dagboek vermelde hij echter ook alle zaken die niet liepen volgens plan (zoals het vertrek) en de hoeveelheid postduiven die hij verstuurde (en wanneer). Naast het probleem met het vertrek was de ballon veel te hoog gaan zweven, waardoor het waterstofverlies nog groter was dan Ekholm had kunnen dromen. Door de hoge luchtvochtigheid was de ballon ook drijfnat, waardoor ze letterlijk alle ballast over boord moesten gooien om in de lucht te blijven en niet neer te storten op het ijs. Het lukte Salomon en zijn team uiteindelijk om de ballon twee dagen en een beetje in de lucht te houden (in een periode waarin men niet sliep) en was de landing redelijk soepel. Niemand raakte gewond, en de meegebrachte apparatuur – waaronder de dure fotocamera’s om de poolcirkel in kaart te brengen – was niet beschadigd geraakt.

IJswandelingen

Op 14 juli was de expeditie om met een luchtballon de noordpool te bereiken, veranderd in een overlevingstocht op het ijs. In plaats van het gebied in kaart te brengen met de dure camera werd hij voornamelijk gebruikt om het dagelijks leven vast te leggen. Alle overige informatie werd in zowel het dagboek van Salomon en het metrologische dagboek van Strindberg beschreven. Naast dit metrologische dagboek hield Strindberg ook een persoonlijk dagboek bij, waarin hij voornamelijk reflecteerde op de gebeurtenissen en de reis in het algemeen. Alle drie de boeken zijn teruggevonden op het ijs (in 1930).

Ondanks Salomons visie op overlevingsmiddelen was de Adelaar wel afgeladen met het broodnodige om te overleven op het ijs, waaronder een slee, geweren (om te jagen), een tent, een boot en een paar ski’s. Het probleem was dat men toentertijd niet nadacht over de omstandigheden waarin ze gebruikt moesten worden, waardoor de kwaliteit niet bestand was tegen het gebied waarin het gebruikt moest worden. Een zelfde idee ging op voor de kleding van het team, dat voornamelijk bestond uit wollen shirts en broeken, terwijl kleren gemaakt van dierenhuiden veel effectiever was en vaak gedragen werd door de inuits. Door de hoge luchtvochtigheid werden de kleren van de drie mannen eerder nat dan dat ze de heren beschermden tegen de kou.

IJsbeerjacht door Frænkel (Links) and Strindberg

IJsbeerjacht door Frænkel (Links) en Strindberg

Voor de werkelijke voettocht begon bleven de mannen eerst een week in de tent, dichtbij de neergestorte ballon om een plan de campagne te maken – waarbij de noordpool niet eens genoemd werd als optie. Het ging er om zo snel mogelijk een depot te bereiken (dat voor hen was geprepareerd) en voedsel en andere spullen in te slaan. Ze kozen uiteindelijk voor Kaap Flora, het grotere depot van de twee. Toch zat het team niet zonder voorraad, aangezien de ballon ook redelijk goed gevuld was met allerlei voedingsmiddelen, waaronder vlees, worstjes, kaas, gecondenseerde melk en blikken met pemmikan (mix van vet en proteïnen – vooral bekend geworden door de Amerikaanse inlandse bevolking).  Nadat het broodnodige op de slee was geladen vertrokken de mannen richting Kaap Flora, om onderweg de nodige zeehonden, walrussen en ijsberen neer te schieten voor extra vlees, huid en botten.

Op 22 juli kwam de groep in beweging en bewogen ze zich zuidoost, in de richting van het depot, maar het ijs was hoog en dreef de verkeerde kant uit, waardoor ze eigenlijk alleen maar verder de verkeerde kant op voeren. Na een lange discussie besloten ze naar het zuidwesten te trekken, om zo het depot in ongeveer zeven weken te bereiken (dit keer met hulp van de stromingen en de boot). Het was een periode die Salomon beschreef als de hemel, om hem heen dreven ijsschotsen met drinkbaar water, wat hij wegdronk onder het genot van een hapje jong ijsbeervlees – maar door een verandering in de windstroming werden de mannen alsnog teruggeduwd, waardoor ook dit depot onbereikbaar bleek te zijn.

Op 12 september leek er niets anders op te zitten dan kamperen op het ijs en afwachten waar de schots hen zou brengen. Ze voeren zuidwaarts en hadden een ‘huis’ gemaakt van een combinatie tussen ijs, sneeuw en water – wat na een aantal dagen zou breken door dat het ijs de fundering niet hield. De mannen gingen van boord en kwamen terecht op het eiland Kvitøya, wat tevens hun ijzige graf zou worden. De laatste paar pagina’s van het dagboek waren zwaar beschadigd en werden pas 33 jaar later gevonden.

Situering van de route

Situering van de route

Erfenis & Doodsoorzaak

De verdwijning van de mannen leverde vele speculatie op – waardoor de expeditie veel meer internationale media-aandacht kreeg dan ervoor het geval was. Zeestromen voerden delen van de ballon en materiaal mee, maar het lukte wetenschappers niet om de exacte positie van de crash vast te stellen. De wildste verhalen gingen de rondte over inlanders die de mannen hadden afgeslacht tot simpele verhalen over een verdrinkingsdood. Toch lukte het een aantal Noorse zeehondenjagers een deel van de expeditie terug te vinden. De zomers waren zo warm dat een deel van de fjorden bereikbaar waren en er kon worden gejaagd. Ze voeren richting Kvitøya, een bekende plek waar walrussen jagen op zeehonden, maar vonden er een tweetal skeletten, inclusief boeken en een halfvergane boot. De skeletten werden geïdentificeerd aan de hand van de monogrammen die men vond in hun kleding. Toen het ijs nog verder begon te smelten werd het mogelijk om ook op zoek te gaan naar het derde lichaam – waarbij de drie lichamen op 5 oktober in Stockholm aankwamen (inclusief gevonden dagboeken, fotografisch materiaal en andere zaken).

Eenmaal terug in Stockholm werden de lichamen zonder echt onderzoek gecremeerd – waardoor de speculatiemolen over hun dood alleen maar harder ging draaien. De dagboeken en spullen waren de enige middelen die men had om een onderzoek naar de dood van de drie uit te voeren. Een top drie van de meest genoemde doodsoorzaken is als volgt:

  • Diarree door een verkeerd dieet (blikvoedsel en niet lang genoeg gekookt ijsbeervlees) in combinatie met verminderde weerstand door het weer en de kleding die men droeg – vergelijkbaar met dysenterie.
  • Trichinose – een ziekte die wordt veroorzaakt door een rondworm (en haar larve) en het centrale zenuwstelsel aan kunnen tasten, met de dood tot gevolg. Andere symptomen zijn: koorts, hoofdpijn, gezwollen oogleden, hoesten, spierpijn en jeuk. Deze larve verspreid zich ook via niet goed gekookt vlees. De larven zelf huisvesten zich graag in spierweefsel.
  • Vitamine A vergiftiging – Het eten van een ijsbeerlever kan leiden tot een te grote inname van vitamine A. Andere vormen van vergiftigingen die zijn genoemd zijn: loodvergiftiging en koolmonoxide vergiftiging.

Naast deze bekendere theorieën gaat natuurlijk een theorie in het rond over een ijsbeeraanval, zelfmoord of dehydratie door de aantrekkende winter (wat in combinatie met zware diarree inderdaad dodelijk kan zijn). In 2010 kwam door nieuw onderzoek naar buiten dat sowieso Strindberg door ijsberen was gedood – afgeleid uit een onderzoek naar zijn kleren.

Om Salomon  en zijn team werd gerouwd toen zij verdwenen en ze kregen een uitgebreide processie toen zij op 5 oktober 1930 aankwamen in Stockholm. Toch bleef het lang stil rondom de drie – pas in 1967 kwam er een kritisch boek geschreven door Peter Olof Sundman – De Vlucht van de Adelaar – waarin Salomon afgeschilderd wordt als onderdrukte ontdekker, die maar te slikken had wat de Zweedse regering met hem van plan was. Zijn motivatie was meer angst dan moed – zo stelde Sundman. De rol van de pers werd ook aangesproken en komt in de gelijknamige film uit 1982 uitgebreid aan bod (en werd zelfs genomineerd voor een Oscar).

Het boek over Salomons reis

Eén van de vele boeken over onze Zweed

Naast alle negatieve aandacht was vooral de wetenschappelijke wereld zeer blij met het fotomateriaal dat Strindberg had gemaakt en de ontberingen had overleefd. Een aantal van de gevonden spullen kunnen tegenwoordig bezichtigd worden in het Andrée Expeditionen Polar Centre in het Grenna Musem te Zweden – die soms verhuist naar het Spitsbergen Airship Museum in Svalbard.

Salomon August Andrée, een man die hoog vloog, maar zijn doel nooit bereikte.

~Nick de Reiger – Juni 2015 ©

Verder lezen:

– Mijn collega’s op Historiek hebben een korte biografische schets gedaan over onze man: Salomon August Andrée

– Alec Wilkinson – De IJsballon

– Robin Hanbury-Tenison – De grote ontdekkingsreizigers

– Peter Olof Sundman – De Vlucht van de Adelaar

Verder kijken:

– Vlucht van de Adelaar: Trailer & IMDB (7.1)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s